Laocoön is in de Griekse mythologie een Trojaanse
priester van de god Apollo. Deze god der wrake laat tegen het einde
van de Trojaanse oorlog twee monsterachtige slangen uit zee opduiken die Laocoön en zijn zonen
wurgen. Deze verschrikkelijke gebeurtenis leidt de ondergang van Troje in.
Het verhaal over het lot van de Trojaanse Apollo - priester
Laocoön en zijn twee zonen die door twee reusachtige
zeeslangen vermorzeld zouden zijn, stamt uit de rijke Griekse
mythologie. Het homerische Troje (Ilium, Ilion) was in de Griekse prehistorie een stadje aan de kust van Klein- Azië. De
grote dichter Homerus vertelt het verhaal van de Trojaanse oorlog in zijn Ilias. Een oorlog waaraan vrouwenroof ten grondslag
ligt. Paris, de zoon van de Trojaanse koning Priamos, rooft de schone Helena,
echtgenote van de Griek Menelaos. Daarop verenigen de Griekse heersers zich
onder Agamemnon en belegeren Troje tien jaar lang.De rivaliteit tussen mensen veroorzaakt een twist onder de goden die dan
eveneens bij de oorlog betrokken raken. Zo stuurt de god Apollo twee gigantische
zeeslangen op Laocoön af. Apollo doet dit als verschrikkelijk voorteken
van de ondergang van Troje. Laocoön, het slachtoffer, had de gunst
van de god verloren doordat hij zich niet aan het celibaat had gehouden.
De slangen drongen zelfs de Trojaanse burcht en de daar gelegen Athena tempel
binnen. Laocoön, die de list met het houten paard had doorzien, kan
de Trojanen nu niet meer waarschuwen. Ze gaan aan hun dwaasheid ten onder
want de Grieken kruipen 's nachts uit het enorme houten paard en veroveren
de stad.
Website © Irène Prinsen c/o Pictoright, visuele auteursrechten Nederland